Roussillon van 1910 tot 2008

Honderd jaar Roussillon staat voor ons klaar. We beginnen in 2008 en eindigen in 1910. Fascinerend.

Wijnen uit 1989, 1969, 1945, 1932, 1925, 1910... ze zijn er alleen maar mooier op geworden.

Honderd jaar
De bijna honderdjarige heet Rivesaltes Cuvée Veuve Parahy (Domaine Puig-Parahy), gebotteld in 2003 na 93 jaar luieren in het vat. De wijn heeft nog zoveel kleur en vitaliteit dat ik me niet kan voorstellen dat de vaten in de loop der jaren niet af en toe zijn bijgevuld met verse wijn.

ZoÂ’n van de sherry bekend solera-systeem is niet ongebruikelijk in deze eerder Catalaanse dan Franse wijnstreek.

Onzichtbaar bestaan
Unieke wijnen zijn het, de Vins Doux Naturels uit de Roussillon. Ze worden op nagenoeg dezelfde manier gemaakt als port, maar leiden daarmee vergeleken een onzichtbaar bestaan. De eeuwenoude handel met (en door) de Engelsen heeft port over de wereld verspreid. Die kans heeft het tussen de Pyreneeën en de Middellandse Zee verscholen stukje Frankrijk nooit gekregen.

Versterkte wijn

Ondertussen is de zonnigste provincie van Frankrijk wel de bakermat van de versterkte wijn. In de dertiende eeuw, toen Roussillon nog deel uitmaakte van het koninkrijk Mallorca, experimenteerde de Catalaanse wetenschapper Arnaldus de Villanova met gedistilleerde alcohol om de vergisting van wijn voortijdig te stoppen.

Vermoedelijk is hij de uitvinder van deze techniek, die pas vierhonderd jaar later in Portugal in zwang raakte.

Jong te drinken

De producenten in de Roussillon maken hun vin doux van Muscat, Grenache Noir, Grenache Blanc, Grenache Gris, Maccabéo, Tourbat en Carignan. Versterkte Muscat is een frisse, jong te drinken wijn, die ook in veel andere wijnstreken te vinden is. Al is hij daar vaak niet versterkt, maar gemaakt van overrijpe of in de zongedroogde druiven. Het Grenache-type daarentegen, zeker de langgerijpte, oxidatieve soorten, is een echte Roussillon-specialiteit.

Ze heten Ambré (amberkleurig), Tuilé (oranjebruin), Hors d’Age (extra oud) of Rancio (extra oxidatief) en hebben vaak vele jaren achter de rug op oude houten vaten van diverse afmetingen of in grote, bolvormige flessen, die soms buiten in de zon staan te stoven, bewust op zoek naar die speciale rijpe aroma’s.
Authentieke en spannende wijnen zijn het, maar wie kent ze? “De meeste mensen weten alleen dat het zoete wijnen zijn”, zegt Eric Aracil van het Conceil Interprofessionnel des Vins du Roussillon. “Het is moeilijk mensen ervan te overtuigen hoe bijzonder ze zijn. Ik heb daarbij de hulp van sommeliers nodig.”

Smaken
We proeven ze samen met Eric Aracil. Ze zijn inderdaad een beetje zoet, maar ze smaken niet naar suiker. Ze smaken naar vijgen, gedroogde pruimen, kruidnagel, paddestoelen, amandelen, abrikozencompote, oude kaas, menthol, walnoten, gesmolten boter, cognac, dennennaalden, koffie, kastanjes, rozemarijn, cacaobonen, tabak, foelie, vleesnat, gekarameliseerde uien, honing, toffee, noga, gember, laurier, kaneel en citroenschil op suikerwater.

Gerechten
Aracil stelt er meteen diverse gerechten bij voor. Niet alleen desserts zoals crème brûlée, flan, een kaasplankje, ijs met chocola of taart met pruimen en dadels, ook pittige oosterse gerechten, stoofvlees, tapenade, een wildterrine of kip met gember en gekarameliseerde citroenschil weet hij ons overtuigend voor te spiegelen. Als de match goed is, moet dat verrukkelijk zijn. Wie durft?