Jong Bruin

Ik kijk toch altijd weer met verbazing naar de nieuwste, trendy concepten van de cafés die geopend worden.

(Photo: Melissaf84, iStockphoto)

Ik weet nog goed uit de tijd dat ik in Amsterdam woonde dat er een nieuwe zaak in Oud–Zuid werd geopend. Hip, trendy en nieuw. De inrichting kostte een vermogen en de hype rondom de zaak duurde een paar jaar. Toen een groep vaste gasten besloot dat een andere zaak hipper was, vertrokken ze ‘en masse’ en was het min of meer gedaan met de tent.
Ik zal er ongetwijfeld te beperkt naar kijken, maar ik heb altijd het idee dat de nieuwe cafés, grand-cafés allemaal heel hot worden ingericht en dat de t.h.t.-datum slechts vijf jaar is. En daarna? Nieuwe look & feel erin, dit alles voor de nodige euro’s. Het lijkt een beetje op een wedstrijd ‘Wie heeft de hipste?’.

Zelf merk ik dat ik steeds meer wordt aangetrokken door de bruine kroeg, liefst met spinnenwebben (uit een spuitbus) en veel oude instrumenten aan de wand. Een bar, liefst aan de rechterkant van de zaak, met veel soorten bierglazen, flessen wijn en sterke drank in de kast (met spiegels) erachter. Oh ja, en waar het bier nog uit een echte tap komt. Waar het vak van bierttappen hoog in het vaandel staat.
Zo’n kroeg waar de barman de vaste gasten kent, waar Hazes nog om het uur de muziekinstallatie op de proef stelt en waar je gewoon je bonnetje kan laten liggen tot de volgende week. Zo’n zaak die iedereen wel kent.

Dit schrijvende vraag ik mij ten zeerste waardoor mijn voorkeur voor de bruine kroeg gevoed wordt. Is het omdat ik zelf ouder word? En dus niet meer zo wordt aangetrokken door de hippe loungetenten? Ben ik te conservatief? Heb ik niet de juiste kleding in de kast hangen om, zonder lacherig aangekeken te worden, een dergelijke tent te betreden? Moet ik naar de kapper?

Nee, nee en nee. Voor mij heeft het niet te maken met uiterlijkheden, het is gevoel. Het gevoel van warmte dat ik wel krijg als ik bijvoorbeeld mijn favoriete café In den Ouden Vogelstruys in Maastricht, binnenkom. De oergezelligheid. De echte barmannen die de bestellingen van alle gasten onthouden, waar de muziek aanwezig maar niet té is.

Bij deze en nog vele andere bruine kroegen heb ik het idee dat ze tijdloos zijn, dat ze niet elke vijf jaar voor veel geld opgehipt dienen te worden. Dat het er altijd warm en gezellig is, ook als er weinig gasten zijn. Dat ik altijd welkom ben. In de hippe tenten heb ik dit gevoel maar zelden. Te kil en minder vakmanschap als het gaat om bierbehandeling; alles komt uit de computertap.

Kunnen de ondernemers die nu denken over het openen van een café in hun ‘creative thinking’ weer back to basics gaan en gewoon een bruine kroeg openen? Dat zou ik geweldig vinden. Een jonge bruine kroeg dus. En wat ik dan bestel aan de toog? U raadt het al.. een Oud Bruin!

Maarten Wessels