(Grote) beloning

Tijd om kleur te bekennen: ik ben fan. Fan van die club met het mooiste stadion van ’t land. Juist ja, de club waarvan de supporters inmiddels tevreden mogen zijn wanneer weer stelselmatig een plek in de top drie wordt ingenomen. Maar daar eigenlijk toch niet tevreden mee zijn en het ultieme doel natuurlijk het landskampioenschap is. Daar was inmiddels alweer zestien jaar geleden sprake van. Waarom dan toch fan blijven? Waarom niet afhaken en met leedwezen de worsteling gadeslaan?

Voordat ik het antwoord geef op deze vragen: de gedachte erachter is ook van toepassing op menig horecabedrijf. Op ondernemers die ooit gloriedagen kenden maar inmiddels veroordeeld lijken te zijn tot een plek in de middenmoot. Maar wel iedere dag opnieuw de deuren openen, iedere keer een nieuwe gast met een grote glimlach verwelkomen. Ik heb een zwak voor ondernemers die het niet komt aanwaaien. En grenzeloos respect voor de ondernemer die het laatste beetje energie opnieuw steekt in het bedrijf en niet bereid is om op te geven.

Ik heb iets met harde werkers. Ik heb iets met ondernemers die niet bij de pakken neer blijven zitten én blijven gaan. Omdat zij blijven geloven. Omdat zij blijven hopen op betere tijden. En soms zal dat echt tegen beter weten in zijn. Maar vaak zal het uiteindelijk ook het gewenste resultaat opleveren. Niet een pot vol goud aan het einde van de regenboog, maar voldoende financiële middelen om te kunnen blijven bestaan en uiteindelijk ook voldoende om van een comfortabel pensioen te genieten.

Zomaar een greep uit de laatste worstelingen die ik recent van dichtbij meemaakte. Recreatiebedrijf in ’t zuiden van het land: drie jaar geleden op ’t randje van het faillissement, inmiddels weer winstgevend en met een stijgende omzetlijn. Hoe gerealiseerd: door nog harder te werken en ook in het winterseizoen actief te blijven met een alternatief aanbod. Ander voorbeeld: restaurant met drie ton schuld naar een crediteurenakkoord kunnen loodsen waardoor een persoonlijk faillissement is voorkomen. Door én hard te blijven werken én alle crediteuren persoonlijk te benaderen. Maar misschien wel één van de mooiste voorbeelden is dat van een zaalbedrijf dat de laatste jaren 25 procent omzet verloor, al drie jaar verlieslijdend is én waar sprake is van achterstallig onderhoud. Door met de ondernemers te blijven geloven dat juist investeren de te bewandelen weg is en een gedegen toekomstplan uit te werken, is de bank bereid om de volledige financiering van vierenhalve ton op zich te nemen.

Wat al deze ondernemers bindt is dat zij gehard zijn door tegenslag, hard zijn blijven werken en geloof hielden dat het linksom dan wel rechtsom goed zou komen. Hard werken loont, alleen laat de beloning soms lang op zich wachten. En regelmatig moet met minder genoegen genomen worden dan vooraf bedacht. Maar ook al te vaak geldt het cliché: hoe groter de worsteling hoe groter de beloning. Indien van toepassing wens ik u dat laatste toe. En ach, met zo’n worsteling als die club van mij doormaakt kan het ook niet anders dan goedkomen, nietwaar?