[column] Henri Reuchlin: Koopt lokale waar

In het vorige decennium mocht ik vele jaren voorzitter zijn van EBCU, de Europese koepel van bierconsumentenverenigingen. Uit volle overtuiging brak ik een lans voor de rijkheid en diversiteit van de Europese biercultuur. Die is ongelooflijk boeiend en meer dan de moeite waard om te ontdekken.

Vier maanden in het nieuwe decennium blijkt dat genieten van de Europese bierdiversiteit behoorlijk ingewikkeld. Er zelf op uitgaan is uitgesloten. De Belgische overheid heeft letterlijk een hek neergezet op de grens tussen België en Nederland. Er staan betonblokken op de bloemetjes die de ‘dodendraad’ uit de Eerste Wereldoorlog moeten markeren. Reizen naar Duitsland wordt streng ontraden en vrijwel niemand durft nog trein, boot of vliegtuig in om met eigen ogen te zien wat er in Groot Brittannië gebeurt. Sterker nog, iedere reis wordt afgeraden. In Frankrijk, Spanje en Italië is het zelfs strafbaar om niet essentieel op pad te zijn.

Natuurlijk kun je bieren van ver bestellen en op laten sturen. Er zijn meer dan genoeg webshops met bieren te kust en te keur. Maar wil je dat wel? De brouwers en horeca om de hoek schreeuwen om aandacht. Van de ene op de andere dag is hun inkomstenbron voor een belangrijk deel drooggevallen. Het hele lokale hekje #buylocal roept op om vooral kleine producenten en leveranciers uit de buurt te steunen. Terecht. Zonder die lokale ondernemers zou het een extreem kale bedoeling worden. Dus ook ik koop lokaal en luister naar 100%NL op de radio. Van mijn instagram maak ik een digitaal kratje met alleen maar Nederlandse bieren van telkens een andere brouwer. Ik heb maar één uitstapje over de grens gemaakt: een bier van Dochter van de Korenaar. Maar dat is door een Nederlander gebrouwen in de Belgische enclave Baarle-Hertog, omringd door Nederlands gebied. Dus is dat misschien niet zo erg. Bovendien maakt Ronald Mengerink gewoon ongelooflijk mooie bieren.

Die oproep om lokaal te kopen zit me toch niet helemaal lekker. Het voelt bijna als een dwang om uitsluitend lokaal te kopen en de ogen te sluiten wat er over de grens gebeurt. Maar hoe zit het dan met die enthousiaste brouwer in Finland of de bierkunstenaar uit Italië? Moeten die het maar uitzoeken met hun eigen lokale consumenten? En moet mijn lokale brouwer zijn export helemaal op z’n buik schrijven? Ik hoop het niet. Juist door te kijken en te proeven wat er ergens anders gebeurt, verrijk je je smaak en verruim je je blik. Zijn inspirerende collaborationbrews nu niet meer dan ooit de manier om Europese diversiteit levend te houden? Een pittige opdracht met teruglopende afzet, maar wel de moeite waard om over na te denken. En als je het dan toch #lokaal houdt, waarom dan niet met unieke lokale ingrediënten en lokale traditie? Geen westcoast IPA die je overal kunt vinden, maar een echte Nederlands Nieuwe als opvolger van de Weibock van Klaverke Bier die als eerste deze prijs won.