[Column] Henri Reuchlin: Gezondheid

De mens is van nature een sociaal wezen dat het samenzijn viert met een lekker glas bier. 

We lijken met z’n allen steeds meer geobsedeerd door gezondheid. Terecht, want het is niet verstandig als we ons te pletter vreten en zuipen zonder te bewegen en zo hossend het hospitaal in verdwijnen. De opkomst van alcoholvrije en sessiebieren is er mede aan te danken. De smaakbierrevolutie heeft ervoor gezorgd dat er ook in het segment van bieren zonder alcohol steeds meer keuze is. Keuze bovendien die kwaliteit biedt, en niet smaakt naar een slap excuus. Het ene biertype leent zich beter voor laag-alcoholisch bier dan andere. Bij witbier, weizen en IPA bestaan volwaardige alternatieven voor bieren met alcohol. Voor andere biertypen is het lastiger om de juiste toon te raken. Voor het aloude pilsje hebben technologische doorbraken er voor gezorgd dat 0.0 zijn moutige kartonsmaak is kwijtgeraakt. In ieder geval bij die brouwers die over de technologie beschikken.

Maar zo langzamerhand bekruipt me het gevoel dat we misschien wel te véél met gezondheid bezig zijn. En dan vooral met de gezondheid van ons eigen lichaam. Heel individueel allemaal. Zoals het gezegde gaat, alles waar ‘te’ voor staat is niet goed, behalve tehuis en tevreden. En als we al aandacht geven aan ons hoofd, dan is het door mindfulness en dat soort dingen. Weer heel individualistisch. We leven in een bubbel van ik: koptelefoon op de oren, ogen op het schermpje. We hebben misschien digitaal contact, maar alleen door te zien en horen. Ruiken en voelen horen er niet bij. Je voélt elkaars nabijheid niet, terwijl de mens van nature een sociaal wezen is. Een sociaal wezen, dat het samenzijn van oudsher viert met een lekker glas bier of een mooi glas wijn.

Bier brengt mensen bij elkaar. Niet dat ze zonder bier niet bijeenkomen, maar het maakt het samenzijn wel een stuk gezelliger. Bioloog en schrijver Midas Dekkers legde eens uit dat vogeltjes, die gistende besjes eten, dichter tegen elkaar aan kruipen op een telefoondraad, dan vogeltjes die dat niet doen. Fascinerend onderzoek. In een tijd waarin eenzaamheid meer en meer een sociaal probleem lijkt te worden, is het goed een keer het glas te heffen met een onbekende buurman of buurvrouw – op een festival of in het café bijvoorbeeld.

Niet voor niets zeggen we bij het proosten ‘gezondheid’ of ‘proost’. Dat woord proost komt van ‘prosit tibi’. Een Latijnse uitdrukking die zoveel betekent als ‘dat het jou tot voordeel strekt’. Jou, niet mij. Die Romeinen zagen het zo gek nog niet; op één ding na. Een echte Romein dronk geen bier. Maar misschien daarom is hun cultuur ook ten onder gegaan aan de bierdrinkende barbaren uit het noorden. Proost!

Henri Reuchlin is coördinator bij StiBON bieropleidingen en medeoprichter van verschillende activiteiten om de biercultuur in Nederland te versterken, zoals BierTalent, Dutch Beer Challenge, Week van het Nederlands Bier en BIERburo.