Branchenieuws

Rookverbod bij alle horecabedrijven

Koninklijk Horeca Nederland denkt dat een rechtzaak tegen de staat door onder andere Stichting Rokerbelangen niets zal opleveren.

De rechtzaak moet horecabedrijven zonder personeel vrijstellen van het komende rookverbod. Koninklijk Horeca Nederland (KHN) heeft wel begrip voor de angst van horecabedrijven zonder personeel. Bij sommige van deze bedrijven komen veel rokende gasten. Het is natuurlijk van groot belang dat deze gasten ook als het rookverbod in werking is getreden blijven komen.


Veel bedrijven denken dat het rookverbod alleen te maken heeft met de rookvrije werkplek. Dat is niet zo. Het huidige rookbeleid heeft namelijk twee sporen: een rookvrije werkplek ?nbsp;rookvrije sectoren. De minister heeft de bevoegdheid om sectoren rookvrij te maken. Dit heeft hij in het verleden al gedaan met bijvoorbeeld onderwijs en ziekenhuizen en dat doet hij nu met de horeca. De Tweede Kamer is het in overwegende mate (119 tegen 31) met de minister eens. Het argument dat het huidige rookbeleid waarbij ook horecabedrijven zonder personeel rookvrij moeten zijn onrechtmatig is, gaat dus niet op.


Duitsland
In twee deelstaten in Duitsland heeft de rechter de regelgeving van het roken onderuit gehaald. Duitsland zit echter anders in elkaar dan Nederland. In Duitsland hebben de deelstaten zogenaamde Constitutionele Hoven. Deze toetsen de wetgeving. Gevolg op korte termijn is dat nog steeds in kleine horecabedrijven zonder personeel gerookt mag worden. De verwachting voor de wat langere termijn is dat er nu in Duitsland landelijke wetgeving komt die het roken in de horeca helemaal zal verbieden.


Omdat Nederland geen Constitutioneel Hof kent, ziet het juridische traject er hier ook anders uit. Kort gezegd betekent het dat je pas iets kunt doen zodra je een boete krijgt. Op dat moment kun je via bezwaar- en beroepsprocedures uiteindelijk een uitspraak van de rechter verwachten. Daar komt bij dat in Nederland de rechter zal toetsen aan de wet. Hooguit is er enig soelaas te verwachten op basis van het gelijkheidsbeginsel. De verwachting van KHN is dat ook succes van een dergelijk proefproces niet zal leiden tot een wijziging van het rookbeleid voor de horeca.


KHN wil horecabedrijven zonder personeel geen knollen voor citroenen verkopen. Een rechtzaak tegen de staat zal niets opleveren. Ook politiek is er niets meer tegen deze uitwerking van het rookverbod te doen. KHN heeft nog richting de Tweede Kamer gewezen op de onrechtvaardigheid voor horecabedrijven zonder personeel, maar daar hebben maar twee fracties actief iets mee gedaan. Overigens zijn we al vanaf eind jaren negentig met het voorkomen van het rookverbod bezig geweest en als gevolg daarvan gaat het rookverbod pas per 1 juli 2008 en niet al bijv. in januari 2004. Koninklijk Horeca Nederland heeft het rookverbod dus vierenhalf jaar kunnen tegenhouden.


Wel zal KHN horecabedrijven zonder personeel, maar ook andere leden die het oneens zijn met een eventuele boete die ze krijgen, op de gebruikelijke wijze ondersteunen, dus via Info & Advies, consulent en waar nodig kunnen die leden gebruik maken van het gereduceerd tarief van de afdeling Juridische Zaken.